Dagmar Voss » KOPP: Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind veerkrachtig en in balans is.

KOPP: Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind veerkrachtig en in balans is.

Tijdens de Landelijke dag over KOPP bij de Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen (http://www.vmdb.nl/) mocht ik voorlichting geven over KOPP. Als ervaringsdeskundige deel ik hoe het was om op te groeien met een psychisch zieke moeder (o.a. persoonlijkheidsstoornis) die een zeer turbulent leven leidde. Daarnaast heb ik grote aandacht besteed aan pedagogische vaardigheden die belangrijk zijn voor kinderen in ontwikkeling en met name bij KOPP kinderen.

Het werd een interactieve workshop waarbij de deelnemers (ouders met manische depressie, kopp, betrokkenen) met elkaar hebben gedeeld en elkaar konden adviseren, met name over ouderschap en psychisch ziek zijn. Kortom, een waardevolle bijeenkomst waar ik met voldoening op terug kijk. Hieronder volgt de gehele samenvatting, lees je verder?

Interactieve workshop voor Landelijke dag VMBD. 18-6-2017

Thema: KOPP

Presentatie: Dagmar Voss.

“Mijn naam is Dagmar Voss. Ik ben 41 jaar en woon in Haarlem. Ik ben niet getrouwd en heb geen kinderen. Sinds 6 jaar werk als maatschappelijk werker. Ik ben mij gaan specialiseren in volwassen KOPP problematiek. Ik ben zelf ook KOPP.”

Programma:

  • Deze middag wil ik beginnen met het delen van mijn ervaringsverhaal.
  • Daarna gaan jullie in groepen van 10 bij elkaar in een kleine cirkel samen nadenken over en antwoorden geven op een paar vragen die betrekking hebben op mijn verhaal.
  • We gaan de vragen centraal bespreken.
  • Vervolgens vertel ik een stuk theorie m.b.t. KOPP zoals Do’s als ouder voor je kinderen, beschermende factoren van het kind en algemene gevolgen van KOPP.
  • Tijd voor vragen.

Belangrijk om te noemen.
Het contact tussen ouder en kind is zeker in de eerste jaren heel belangrijk voor de emotionele en psychosociale ontwikkeling van het kind. Ernstige psychopathologie van de moeder hoeft een warme en liefdevolle band met haar kind niet in de weg te staan! Daar zijn veel positieve voorbeelden van! Het getuigt van kracht als het je lukt om bijtijds hulp te vragen.

Stuk eigen verhaal

Ik vind het leuk en spannend om te vertellen wat het voor mij betekent om KOPP te zijn. Ieder verhaal van een KOPP staat op zich met eigen belevingen en ontwikkelingen en andere omstandigheden. Dat maakt het complex. Maar er zijn ook overeenkomsten waar ik straks meer over vertel.

Tot mijn 33ste wist ik eigenlijk niet beter dan dat het leven bestond uit je altijd zorgen moeten maken en altijd gestrest zijn. Ik ben door mijn jeugd als het ware zo geprogrammeerd dat ik altijd voorbereid “moet” zijn op het ergste. Ik mag de controle niet verliezen. Al op jonge leeftijd kende ik veel angst en onzekerheid. Ik was vaak neerslachtigheid, ik heb lang geworsteld met eetstoornissen, had diverse lichamelijke klachten waaronder extreme vermoeidheid die onverklaarbaar was.

Mijn jonge jaren met mijn moeder.

Ik herinner mij wel momenten dat ik als kind vredig en verzonken in een fantasiewereld met mijn barbies speelde. Dat was mijn veiligheid en geborgenheid die ik voor mijzelf kon creëren. Voor zover ik weet waren dat mijn enige momenten waarop ik niet bang was. Toen ik 6 jaar was ging ik naar de basisschool. Mijn vader, moeder en ik woonden in een kleine stad in Duitsland, waar men nogal bekrompen was. Mijn moeder was daar in die tijd een opvallende verschijning. Zij droeg veel make-up, had opvallend rood lang haar, droeg chique kleding, kortom ze viel op. Daarnaast was zij Die Holländerin, wat mij het kind van maakte. Al kind was ik vrij groot en stevig voor mijn leeftijd. Ik probeerde me onzichtbaar te maken door me stil en teruggetrokken op te stellen. Het perfecte doelwit om gepest te worden. Zelfs de juf negeerde mij en gaf soms nare opmerkingen naar mij toe. Het voelde onveilig. Ik was continue heel bang dat kinderen me zouden achtervolgen, me zouden naschreeuwen op straat of me zouden slaan. Die angst viel even weg als ik na school weer thuis kwam, spelend met mijn barbies. Maar al snel bedacht ik mij dat ik de volgende dag weer erheen moest en begon de angst en de zorgen voor de volgende dag.

Mijn ouders scheidden toen ik 7 jaar was en ik op mijn 10de verhuisde ik met mijn moeder naar Maastricht, waar mijn moeder oorspronkelijk vandaan kwam. Mijn moeder was niet gelukkig. De scheiding viel haar zwaar, net zoals het alleen zijn. Dit vertelde ze me vaak. Ik masseerde haar regelmatig omdat ze zoveel spanningen in haar rug had. Mijn moeder koos er niet voor om alleen te blijven, daar was ze veel te onrustig voor. Maar een gezonde relatie onderhouden vond ze ook heel lastig. Ik heb tot mijn 16 met drie verschillende stiefvaders gewoond. We verhuisden vaak.Het contact tussen mij en mijn moeder verliep heel wisselend; Als ze in haar huwelijk tevreden was (vaak de eerste periode) dan zag ik haar nog nauwelijks. Ze richtte zich veel op haar man waarbij ze vaak weg waren, ook in de avonduren of gingen samen op vakantie. Maar als de sfeer kantelde en er problemen kwamen, dan was ik er voor haar.Geen van mijn stiefvaders was prettig om bij te wonen. De eerste mocht mij niet zo, ik was te dik, zo vertelde mijn moeder wel eens. Mijn tweede stiefvader dronk veel, dreigde veel en er waren regelmatig ruzies thuis. Ik was dan erg bang en waakzaam. Sliep soms met kleren aan, klaar om uit huis te kunnen als dat nodig was. En als er geen ruzies waren, dan waren ze heel lief met elkaar, te lief in het bijzijn van een kind van 10 jaar.

Mijn moeder kwam in eerste instantie erg vriendelijk en enthousiast over. Anderen zeiden vaak; “je hebt zo een leuke moeder”. Mijn moeder kón ook heel leuk zijn, als ze niet in de ban van haar emoties was. Helaas wist ze mij niet de veiligheid te bieden die een kind met problemen op school dat nodig heeft. Het was eerder dat mijn moeder haar problemen met míj besprak. Ik herinner mij dat ze niet te voorspellen was. Als ik opstond en de kamer in moest waar ze was, hoopte ik dat ze een goeie dag had en niet boos of verdrietig was. Daarnaast was mijn moeder vaak verwijtend en manipulerend naar mij toe. (als ik een goede dochter was geweest zou ik dat of dat wel doen voor haar). Ik heb mij daardoor aangeleerd om continue op mijn tenen lopen, want ik wilde zo min mogelijk iets doen waardoor mijn moeder boos kon worden, dus gedroeg ik mij zo “klein en stil” mogelijk. Dat bracht met zich mee dat ik heel veel aan het denken was; hoe laat ik de situatie zo goed mogelijk verlopen thuis en Als ik heel laat van huis vertrek, hoef ik niet op het schoolplein te blijven maar kan ik meteen de klas in en word ik mss niet gepest. Geen fijn en stabiel leven voor een klein meisje.

Te hoge spanning thuis, ik moest weg.

Op mijn 16de liepen de spanningen thuis teveel op. Ik ging uit huis en inwonen bij mijn toenmalig vriendje en zijn ouders. Na een tijdje bleek dat mijn schoonvader zeker niet de makkelijkste was, nl erg dominant, gewelddadig kon zijn als hij zijn zin niet kreeg, kortom, ook daar voelde ik mij niet thuis. Maar dat is een ander verhaal……. Mijn moeder heeft 4 jaar geen contact met mij opgenomen, ze liet de bemiddeling over aan bureau jeugdzorg. Op een zitting bij de jeugdrechter had zij zich afgemeld, mijn stiefvader gaf aan dat zij de griep had. Om het verhaal rondom mijn moeder af te ronden. 4 jaar nadat ik uit huis was meldde zij zich bij mij. Het ging intussen minder voortvarend met haar en mijn stiefvader. Na drie maanden contact met haar te hebben, raakten zij dakloos. Wat deed ik als loyale dochter die opgevoed was met de morele plicht om mijn moeder te redden; juist. Ik nam hen in op mijn tweekamerappartement. Dat gebeurde tot twee keer aan toe, totdat ik hen uit huis heb gezet. Ik kon het gedrag van mijn moeder niet meer aan.

Ik heb veel gebeurtenissen weggelaten uit mijn verhaal, maar ik wil opmerken dat mijn moeder een heel bewogen leven leidde waarin ze vaak radicale keuzes maakte met radicale gevolgen en mij daarin meetrok. 15 jaar geleden heeft zij zichzelf gedood.

KOPP zijn in mijn volwassen leven.

Toen ik begon met werken als 22 jarige operatieassistente in opleiding, was ik continue bang om te falen en bang voor, in mijn ogen, “de autoritaire mensen”. Die mensen waren mijn collega’s, want die hadden meer werkervaring en waren dus mijn meerdere, zo voelde ik dat.

De dagelijkse stress was niet te dragen. Hierdoor raakte ik regelmatig in een depersonalisatie, ik wist niet wat dit was, ik voelde mij dan “niet in de werkelijkheid, maar alsof ik aan het dromen was”. Dit ging zo dag in dag uit, jaar in, jaar uit. Mijn leven bestond uit, doorzetten, negeren van mijn gevoelens en ’t verdragen van mijn dagelijkse angst. Op mijn 25ste was ik lichamelijk en psychisch zo uitgeput door de continue stress dat mijn lichaam letterlijk niet meer vooruit kwam. Ik was op. Deze burn out was het begin van een jaren lang traject van herstel. Stap voor stap ben ik de gebeurtenissen gaan verwerken. Hier gingen voor mij wel een aantal jaren in zitten. Daarna ben ik behandeld voor ptss; post traumatische stress syndroom. Dit was nog niet makkelijk omdat de trauma’s met elkaar vervloeid waren. Wat was nou het meest ingrijpend voor me? Ik weet het niet. Ik wist alleen dat het heel complex was. De verwerking en de therapieën waren dat ook. Complex, maar helend! Ik leerde wat het was om gevoelens een naam en betekenis geven, niet makkelijk als je dit stap voor stap leert op je inmiddels 37ste. Want veel gevoelens en situaties vertelden mij dat ik moest opletten, geen misbruik van me moest laten maken en dat ik vooral niet mocht falen, om gezien te worden. Want pas als je ’t goed doet, word je gezien en tel je mee. Maar ja, wat is goed als je nooit gehoord hebt dat je het goed doet? Wanneer is het dan genoeg?

Wie ik ben, dat weet ik nu pas. En, ik hoef mij niet meer te bewijzen want het blijkt dat ik een lief mens ben met lieve vrienden die om mij geven, om wie ik ben. En daar hoef ik niets voor te doen. Alleen mezelf zijn.”

 

Vragen en de antwoorden uit het publiek.

Vraag 1

Wat heb je als kopp kind opgeschreven in je dagboek? Welke woorden heb je vaak gebruikt?

  • verdrietig
  • eenzaam
  • in de steek gelaten
  • angst/ bang
  • onveilig
  • wat doe ik verkeerd?”
  • schuldgevoel
  • niet begrepen voelen
  • ik wil rust”
  • boosheid
  • schaamte
  • niet gezien voelen
  • frustratie
  • waarom besta ik?”

Vraag 2

Wat had je moeder of andere betrokkenen kunnen doen om je als kind meer te ondersteunen?

  • liefde en aandacht geven
  • signalen vanuit school; bespreekbaar maken op ouderavond
  • intern begeleider vanuit school
  • aandachtspunt: vanuit loyaliteit deelt het kind zelden op school.
  • aandachtspunt 2: van sommige ouders mag kind niet delen “we houden de problemen binnenshuis” (speelt angst voor jeugdzorg-bemoeienis een grote rol).
  • buitenstander kan zorg geven bijvoorbeeld oom, tante, buurvrouw.

Vraag 3

Welke signalen vanuit het kind duiden erop dat het kind niet lekker in z’n vel zit?

  • buikpijn
  • trekt zich terug
  • stil
  • doet zich anders voor
  • cijfert zichzelf weg: heeft geen hobby’s, geen vrienden, voelt grote verantwoording om veel thuis te zijn bij ouder
  • slaapt slecht
  • geen vriendjes en vriendinnetjes meenemen naar huis
  • agressief gedrag
  • pesten (controle willen voelen) of gepest worden
  • kind praat niet over eigen gevoelens

Vraag 4

Wat heb je als dit kind gemist in de opvoeding.

  • troost
  • praten
  • uiten van emoties
  • positieve aandacht
  • de waardering om wie je bent
  • een vertrouwenspersoon
  • netwerk van steun (ouders van klasgenootjes waar je kunt spelen, buurt/ sportclub)
  • de mogelijkheid om je verhaal te delen

Vraag 5

Hoe zorg je als ouder ervoor dat je kind opgroeit tot een evenwichtig volwassene?

  • vind ik moeilijk
  • je best doen
  • je laat je gedachten los
  • hoop
  • ondersteuning oudere kind
  • laat je kind niet de de hulpverlener/ verzorger worden voor jou


Wat alle kinderen nodig hebben om op te groeien tot een zelfstandig, evenwichtig mens zijn:

  1. Duidelijke regels en grenzen: Duidelijkheid geeft veiligheid.
  2. Aandacht en complimentjes: Dan weten ze wat ze goed doen. Ook lastige pubers en kleine lastpostjes doen veel dingen goed!
  3. Warmte en liefde: Een knuffel, een knipoog, een aai over de bol, kinderen hebben er meer behoefte aan dan volwassenen.
  4. Ruimte om gevoelens te uiten: Kinderen moeten hun gevoelens leren begrijpen en er de juiste betekenis aan geven, ze mogen gevoelens niet inslikken, krijgen ze soms letterlijk buikpijn van of andere klachten.
  5. Serieus genomen worden: We willen allemaal graag dat er rekening met ons wordt gehouden, zo ook kinderen. Wat zegt je kind nou eigenlijk? Waar heeft het behoefte aan?
  6. Geduld:Kinderen moeten veel leren, dat kan niet allemaal tegelijk. Het is heerlijk voor ze als iemand dat begrijpt en accepteert.
  7. De ruimte om te laten zien wat ze al kunnen: Zelfstandig worden lukt alleen als kinderen af en toe de ruimte krijgen om te laten zien wat ze al kunnen.
  8. Een voorbeeld dat ze kunnen navolgen.

 

Belangrijke Do’s als ouder van kopp kinderen:

1 Goeie voorlichting.

Zorg dat je kind, passend bij z’n leeftijd, goeie info heeft over wat er met mamma of pappa is. Leg uit hoe jouw ziekte zich uit bij jou.

Vertel dat als je anders reageert, lang depressief bent, dit niet te maken heeft met het kind.

Kinderen voelen dingen heel goed aan als er iets niet goed is.

Vanuit hun kinderlijke voorstellingsvermogen bedenken ze de oorzaak van “het niet goed gaan”.

Jonge kinderen zitten in de magische denk fase.

Bijvoorbeeld: als ik 30 stappen zet naar ’t stoplicht, springt ’t op groen, ik loop alleen op de zwarte tegels want dat brengt geluk,….. Als er dan thuis iets gebeurt en ’t kind weet niet waarom, gaat ’t kind denken dat ’t door hem komt, dat het iets fout heeft gedaan. Leg daarom altijd uit wat er gebeurt en dat het niets met het kind te maken heeft.

2 Meerdere beschermende figuren.

Zorg ervoor dat je meerdere mensen (familie, vrienden, buren,…) hebt die je kunnen ondersteunen in de zorg en aandacht voor je kinderen. (it takes a villige…….)

Maak zo nodig vooraf een rooster: wie kun je wanneer inschakelen om je te helpen. Bijvoorbeeld een uurtje knutselen, voorlezen, van school afhalen, spelen bij vrienden,…….

3 Geven en nemen in balans!

Kinderen zijn heel loyaal aan de ouders.

Ze geven van nature en veel omdat geven van levensbelang is.

Kind gaat geven, bijvoorbeeld in de vorm van zorg, of zich “onzichtbaar maken” om niet tot last te zijn, om de ouder te helpen.

Als je geeft, krijg je een gevoel van “bestaan”, van “betekenis”, “eigen regie”. Als ouder is het daarom van belang dat je weer teruggeeft aan het kind: bedanken voor de hulp “wat fijn dat jij hebt gestofzuigd”.

Erkenning geven dat het gezien wordt (“Je bent vroeger thuis vandaag, wat ben jij vrolijk vandaag,) waardering geven voor wie het kind is los van wat het kind doet.

(“wat ben je lief, wat ben je mooi, wat ben je eerlijk, wat ben je aardig”).

Zie wat je kind doet en benoem dit, spreek je waardering ervoor uit en neem de verantwoordelijkheid weer terug. “Ik zie dat je de was hebt opgevouwen dat vind ik heel fijn. Mamma doet het morgen weer zelf en kun jij ook iets voor jezelf doen.”

4 Maak contact; oogcontact maken en praten met je kind.

Met name bij depressie is het moeilijk maar ook belangrijk om positief contact te maken. Dus aankijken en praten. Dus ook als je iets niet fijn vindt. Vraag of het kind jouw ook aankijkt; “kijk me eens aan”. Contact maken werkt verbindend! Blijf in contact en als je dat zelf niet kunt laat iemand anders het (tijdelijk) over nemen.

5 Emotionele steun:

Liefde, een aai over de bol, een schouderklopje en vooral het mogen uiten van emoties en getroost worden. Als je hier als ouder tijdelijk niet toe in staat bent, vraag de gezonde ouder dan om dit wel te blijven doen. (of een andere betrokkene). Het kind leert hoe het zichzelf kan gaan troosten als het eerst zelf getroost wordt.

Het getuigt van kracht als het je lukt om bijtijds hulp te vragen. Denk aan een signaleringsplan. Vraag anderen om extra aandacht te geven aan je kinderen, door op te passen, spelletje te doen, laten mee-eten,… Met oudere kinderen om de tafel gaan zitten en vragen waar zij behoefte en steun in willen.

 

Wat is onmisbaar voor een goede ontwikkeling van het kind:

Een veilige hechting met de moeder; het kind gaat instinctief bescherming zoeken bij iemand die ervoor zorgt. Meestal is dat de moeder. Een vellige gehecht kind weet dat het bij angst om hulp en troost en bescherming kan vragen. Een onveilig gehecht kind heeft die zekerheid niet omdat de opvoeder niet, wisselend of afwijzend reageert op de behoefte aan troost en contact en terughoudend is met lichamelijk contact.

Kinderen creëren ideeën over zichzelf, over anderen en de wereld. Een idee ontstaat door het interpreteren van gebeurtenissen en verwachtingen te scheppen over de bedoelingen van anderen. Zo ontstaan er vastomlijnde ideeën over belangrijke zaken. Ook wel schema’s genoemd.

  • Is de wereld veilig?
  • Kan ik vertrouwen op anderen?
  • Mag ik er zijn?

Deze schema’s spelen het hele leven een rol in het leven. Ze kunnen wél veranderen, door bepaalde levenservaringen, maar zijn ook hardnekkig.

 

Veel voorkomende belastende gevolgen van KOPP:

1 Koppers vragen niet of nauwelijks om hulp en aandacht.

2 Vroege zelfstandigheid.

Kinderen zijn geneigd om te gaan zorgen en taken over te nemen als ze merken dat de ouder het moeilijk heeft. Zo nu en dan taken overnemen in het huishouden hoeft niet belastend te zijn. Het moet wel passen bij de leeftijd van het kind en dat als het meerdere taken zijn, het niet te lang duurt of blijvend is. Vroege zelfstandigheid kan later in je voordeel werken, maar ook in je nadeel. Voordeel is dat je vaak praktisch bent ingesteld. Nadeel kan zijn dat je je veel te snel verantwoordelijk voelt voor alles en iedereen om je heen. Dit kan heel erg belastend voor je zijn.

2 Isolement, eenzaam voelen.

Kinderen praten niet snel over moeilijkheden thuis. Een kind is altijd loyaal naar de ouder. Of ze voelen zich niet begrepen, want vriendjes, anderen weten niet wat het is als je ouder lang ziek is. Dus praten ze niet snel met iemand erover. En dan voel je je soms eenzaam.

3 Schaamte

Zeker voor kinderen is de mening van anderen belangrijk. Kinderen kunnen vanuit schaamte ook zelf contacten uit de weg gaan. Of ze durven geen vrienden mee naar huis te nemen.

4 Gebrek aan steun

Kinderen hebben extra steun uit de omgeving nodig als de ouder ziek is. Ze willen praten over thuis, doen dat niet snel uit zichzelf, maar de behoefte is er.En ze hebben behoefte aan leuke dingen doen! Steun van de gezonde ouder is van grote betekenis hierin. Maar die is vaak te druk met de ondersteuning van de zieke ouder.

5 onderdrukking van eigen gevoelens

Koppers ontwikkelen vaak “voelsprieten”, die voelsprieten maken dat ze de thuissituatie kunnen screenen. Ket kind onderzoekt; hoe de situatie thuis is, hoe de stemming is,…. De eigen gevoelens en behoeften die worden weg gestopt. Voor kopp kinderen is het omgaan met eigen gevoelens en ontdekken van wat zij zelf willen heel belangrijk. Als je als kind vaak en veel probeert om je ouder “beter” te maken, door voor ze te zorgen, zul je daar als kind nooit in slagen. Het kind is niet bij machte om iets aan de ziekte van mamma of pappa te doen en omdat dat steeds maar niet lukt, kan het kind een negatief zelfbeeld ontwikkelen. (wat ik ook doe, mamma wordt niet beter.)

Vervolg eigen gevoelens

Door boos te durven worden op de ziekte van je ouder of op de ouder zelf leert het kind dat je eigen rechten en grenzen hebt en dat je daarvoor op mag komen.Kinderen moet je leren welke uiting bij het gevoel hoort. Sommige kinderen lachen als ze angstig zijn. Ze weten niet welke naam bij het gevoel hoort of wat ze voelen. Dit moet je ze aanleren door het te benoemen. Bijvoorbeeld:

ben je zo geschrokken van de poes”

ben je zo verdrietig, ik zie allemaal traantjes”

je bent zo stil, ben je een beetje aan het piekeren”

Meisje van 8, moeder is ziek en mamma had beloofd te gaan zwemmen. Meisje wordt boos en is hevig teleurgesteld, normale reactie. Oma die op komt passen, bestraft het meisje omdat ze zich zo gedraagt. Ze zegt dat mamma ziek is en dat we daar allen rekening mee moeten houden en mokken is al helemaal uit den boze.

Je hoeft het gevoel van het meisje niet te negeren of af te straffen. Je moet het kind net helpen om met dat gevoel om te gaan. Dus uitleggen dat het begrijpelijk is, mamma had ’t immers ook beloofd. Maar soms kan een belofte niet nagekomen worden en dat is jammer. “En wat zullen we nu eens wel doen om toch nog iets leuks te gaan doen.” Dit is leren omgaan met teleurstelling. Dus niet negeren, afstraffen, maar aandacht geven aan het gevoel van kind. Je moet laten zien dat je het gevoel kan kantelen.

6 Vriendschap en relaties

Velen ervaren moeilijkheden in het aangaan en verdiepen van vriendschappen en relaties.Door eerder genoemde factoren kan de identiteit minder sterk ontwikkeld zijn (wie ben ik, wat wil ik) . Ze hebben vaker moeite met grenzen stellen. Thuis veel aanpassen is ook over je grenzen gaan. Ze weten eigen behoeften niet altijd. Dus bij vrienden en relaties komen ze ook niet op voor zichzelf en als ze wel positieve aandacht krijgen weten ze er niet goed mee om te gaan (voelen zich schuldig, gaan het afweren).

7 Onzekerheid over de oorzaak van gedrag ouder.

Als een kind niet weet waardoor het komt dat de ouder wisselende episodes heeft kan dat verwarring, angst, schaamte en schuld oproepen. Het is voor een kind vaak niet duidelijk dat het gaat om een ziekte. Het bespreekbaar maken ,voorlichting te geven, kan voorkomen worden dat kind bang wordt en zichzelf de schuld gaat geven.

8 Angst voor erfelijkheid

Kinderen kunnen bang zijn om hetzelfde te krijgen. Er spelen meerdere factoren een rol dan alleen erfelijkheid. De opvoeding, steun van anderen, het karakter van het kind. Zie ook de beschermende factoren. Ook voorlichting werkt geruststellend.

 

Algemeen:

Het contact tussen ouder en kind is zeker in de eerste jaren heel belangrijke voor de emotionele en psychosociale ontwikkeling. Ernstige psychopathologie van de moeder hoeft een warme en liefdevolle band met haal kind niet in de weg te staan! Hier zijn veel positieve voorbeelden van!

Vanuit KOPP is de diagnose van de ouder niet interessant, maar de dagelijkse confrontatie van de symptomen waar de ouder mee te maken heeft. De depressies, de angsten, de achterdocht, dingen zien en horen die er niet zijn, de moeheid, woede, drugs of alcoholmisbruik, ’s nachts wakker zijn, overdag slapen…..Het is de mate (de hevigheid) en de duur die ’t voor kinderen bizar, beangstigend en onbegrijpelijk maakt en het dagelijkse gezinsleven ernstig kunnen verstoren. Belangrijke vraag is; kun je functioneren als ouder. Emotioneel beschikbaar kunnen zijn is een heel belangrijk onderdeel.

De gezonde ouder is heel belangrijk. Van hem of haar mag verwacht worden, hoe moeilijk ook, dat zij alles in het werk stellen om een veilige, liefdevolle en stabiele omgeving te creëren. Bijvoorbeeld door extra hulp in te schakelen.Het gevaar is de negatieve spiraal waar men als gezin in kan komen: relatieproblemen tussen de ouders, problemen op het werk, minder financiën, spanningen bouwen zich op, mogelijk een verslaving, huiselijk geweld, het huishouden, de kwaliteit van het ouderschap komt onder druk te staan. Dergelijke factoren kunnen de psychische problemen versterken of in stand houden en zo is de vicieuze cirkel rond.

 

Steunen moet!

Formele steun: hulpverleners, de huisarts, huisarts praktijk ondersteuner, maatschappelijk werk, centrum jeugd en gezin, lotgenotengroepen. Hier kun je om informatie en voorlichting vragen voor het kind.

Uitleg aan het kind over wat er met de ouder aan de hand is, is heel belangrijk omdat het kind daarmee het gedrag en de symptomen een betekenis kan geven. Kinderen hebben namelijk de nijging om zichzelf de schuld te geven voor hetgeen er gebeurt binnen het gezin. Dit moet dus niet één keer uitgelegd worden maar herhaald worden en aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind.

Maar ook praktische ondersteuning zoals budget regelen voor een sportfonds. Belangrijk hierin is dat het kind een goede relatie krijgt met de hulpverlener. Hoe jonger het kind hoe lastiger het is om steun van een hulpverlener te moeten krijgen. Met het ouder worden groeit het toetrekken naar relaties met leeftijdsgenoten en het vermogen om zelf contact te maken. Een sociaal en extravert kind heeft hierin meer voordelen dan een introvert kind.

Een groot nadeel is dat kinderen zelden uit zichzelf om hulp vragen!

Daarbij spelen loyaliteit naar de ouder toe een grote rol (je wilt je ouder niet afvallen) en het voorbeeld dat de ouder hierin geeft; Als je als ouder niet wilt dat er gepraat wordt of hulp gezocht wordt dan zal een kind dat ook niet snel doen.

 

Voor de volwassen KOPP:

Volwassen kopp groepen vanuit labyrint in perspectief: http://labyrint-in-perspectief.nl/

  • Alkmaar
  • Utrecht
  • Bussum is gemengde groep, ook partners en ouders.
  • Oostvoorne wil iemand groep starten.

Kind van dag 4 november.

Dagmar vertelt als ervaringsdeskundige hoe het voor haar was om op te groeien met een psychisch zieke moeder (o.a. persoonlijkheidsstoornis) die een zeer turbulent leven leidde. Naast haar ervaringsdeskundigheid is Dagmar maatschappelijk werker. Vanuit pedagogisch standpunt vertelt zij wat belangrijk is voor kinderen in ontwikkeling. 

Zij zal ingaan op veel voorkomende valkuilen bij KOPP-kinderen en wat men als ouder kan doen om het kind emotioneel in balans en veerkrachtig te houden. Tijdens deze interactieve lezing krijgen ouders de gelegenheid om twijfels en onzekerheden bespreekbaar te maken. Ze kunnen ervaringen uitwisselen en vragen om advies en tips.

Dagmar Voss is Kind van een ouder met Psychische Problemen. Zij geeft onder andere de volwassen KOPP cursus, biedt ondersteuning aan volwassen KOPP en geeft voorlichting over dit onderwerp waarbij zij meerdere kanten belicht.