Dagmar Voss » Je geeft en geeft. Maar kun je ook nemen?
trap en deur

Je geeft en geeft. Maar kun je ook nemen?

Door je complexe opvoeding heb jij geleerd om ten eerste aandacht te besteden aan jouw omgeving; je opvoeders en de omstandigheden waarin jullie als gezin verkeerden. Was deze voor het moment veilig of was het opletten geblazen voor veranderingen in de situatie? Was je vader of moeder goed gestemd of in een slechte bui? Om de sfeer voor jezelf zo goed mogelijk te maken, heb je geleerd om je te focussen op de problemen van je ouder(s). Zij had(den) een probleem en jij voelde je als kind verantwoordelijk voor de mogelijke oplossing. Op deze wijze wilde jij de situatie weer in balans krijgen. Voor een kind dat de regie in handen moet nemen, een heel natuurlijke reactie. Waarschijnlijk voelde jij je als kind ook erkend als jij er voor je ouder kon zijn. In je volwassen leven betrap je jezelf erop dat je nog steeds de rol van De Behulpzame inneemt in je (sociale) contacten. Een voorbeeld.

Je hebt afgesproken om te gaan lunchen met een kennis. Gezellig. Als jullie met een kopje thee tegenover elkaar zitten, vertelt zij jou dat ze stress ervaart op haar werk. Ze heeft een te hoge werkdruk en weet niet hoe zij het moet aanpakken want bij haar baas krijgt zij geen gehoor. Ze voelt zich gevangen in een web. Haar privéleven lijdt eronder, dus er moet een oplossing komen.

Jij luistert aandachtig. Je focust je op haar situatie en beseft hoe frustrerend die voor haar moet zijn. Je kunt je helemaal inleven in haar situatie. Je wilt haar hiermee helpen. Tijdens de rest van de lunch bespreken jullie haar dilemma uitvoerig en de mogelijkheden om hier iets aan te gaan doen. Jij bent heel oplossingsgericht ingesteld en bent in deze van grote meerwaarde. Aan het einde van de lunch vertelt je vriendin hoe goed het haar heeft gedaan om met jou hierover te praten en de hulp die je haar geboden hebt. Deze reactie geeft jou een waardevol gevoel.

Herkenbare situatie? In bovenstaande is niets opmerkelijks beschreven. Twee kennissen die een lunch hebben, waarbij de een de andere helpt met een probleem. Een normale situatie. Maar wat als jij herhaaldelijk De Behulpzame bent tijdens verschillende situaties, in verschillende relaties met mensen? Wordt het verhaal dan niet opmerkelijker? Zou je dan niet zeggen “ah, ze voelt weer dat er een beroep op haar kennis en kunde, haar loyaliteit en haar inzet wordt gedaan”?

Ben jij altijd bereid om te luisteren naar iemand anders en je hulp in te zetten? Dan is de kans erg groot dat jij dit doet door een aangeleerd patroon vanuit je opvoeding. Maar realiseer je het volgende: De motieven vanuit je jeugd, spelen nu geen rol meer. Je hebt nu andere motieven. Je wilt gelijkwaardige vriendschappen en contacten in je leven. Alles begint met jouw nieuwe overtuiging!

Het kan zijn dat je nog niet weet welke overige rollen, naast De Behulpzame, jij tegenover anderen kunt innemen. Denk daar eens over na.

Het is van belang om te ontdekken, waaróm jij te vaak De Behulpzame bent:

  • Wil je op deze wijze gewaardeerd worden door de ander?
  • Wil je je nuttig voelen?
  • Wil je in een goed blaadje komen te staan bij de ander?
  • Voel je je schuldig als je het niet doet?
  • Voel je je verplicht naar de ander toe of vanuit jezelf?
  • Wil je aardig gevonden worden?
  • Wil je in een goed “beeld” van jezelf geven?
  • Of denk je dat dit jouw manier is om met anderen om te gaan?

Als je jouw motieven hebt ontdekt, is het van belang om voor jezelf de grenzen aan te scherpen en nieuwe motieven te vinden in jouw contacten met anderen.

Jij bent door jouw kwaliteiten voor mensen heel waardevol. Let erop dat jij in jouw (sociale) contacten in balans bent. Jij geeft, maar jij ontvangt ook!